Het AVI-systeem wordt in het lager onderwijs gebruikt om de leesvaardigheid te bepalen. Uitgeverijen en bibliotheken maken er gebruik van om de moeilijkheidsgraad van boeken aan te duiden.
In 2008 is het AVI-systeem grondig hervormd. De nieuwe en de oude AVI-aanduidingen worden sindsdien door elkaar gebruikt, wat het uiteraard niet gemakkelijk maakt. In nevenstaand tabelletje kan je de twee systemen met elkaar vergelijken en bovendien zien voor welk leerjaar de AVI-niveaus het meest geschikt zijn.
Als het AVI-niveau van een boek bekend is, duiden we dat aan met een extra etiket op de rug. De boeken met een AVI-niveau lager dan 4 staan afzonderlijk opgesteld in een groen wandrek, achteraan in de jeugdafdeling.
Zie ook: groeiboeken
Zie ook: samenleesboeken
Achtergrondinformatie:
Het AVI-systeem komt uit Nederland, vandaar de voor ons wat abstracte codes. In Nederland maakt men geen onderscheid tussen het kleuteronderwijs en het lager onderwijs. Men spreekt er van het basisonderwijs, en dat is opgedeeld in 8 groepen. Groepen 1 en 2 komen overeen met het Vlaamse kleuteronderwijs, groepen 3 tot en met 8 met ons lager onderwijs. Groep 3 is hetzelfde als ons eerste leerjaar, groep 4 als ons tweede leerjaar, enz.
De getallen in de nieuwe AVI-niveaus (links in de tabel) verwijzen naar de overeenkomstige groep. De letters ‘M’ en ‘E’ staan voor ‘Midden’ en ‘Eind’. AVI-niveau M3 betekent dus: het niveau dat de meeste kinderen halverwege ‘Groep 3’ bereiken. Of vertaald naar Vlaanderen: halverwege het eerste leerjaar.